Decoupling uitgelegd: hoe de Chinese en westerse economie uit elkaar groeien

brand
China US Diplomatic Crisis concept as a Broken Rope representing decoupling as a metaphor for economic trade war and political relationship between Beijing and Washington due to Tariffs and geopolitical disputes.

Decoupling uitgelegd: hoe de Chinese en westerse economie uit elkaar groeien

De verstrengeling tussen China en het Westen maakt plaats voor strategische ontkoppeling. Deze decoupling is geen plotselinge breuk maar een geleidelijke herschikking van cruciale ketens, gedreven door geopolitieke spanningen en veiligheidszorgen. Voor bedrijven ontstaan zowel risico’s als kansen in een wereld die beweegt naar regionale blokken.

Het leek lange tijd alsof de wereldeconomie onvermijdelijk naar volledig vrije handel bewoog. Sinds China’s toetreding tot de WTO in 2001 ontstond een ongekende verwevenheid tussen westerse en Chinese economieën. Maar in nog geen tien jaar tijd is dat sentiment volledig omgeslagen: ‘decoupling’ (ontkoppeling) is het nieuwe buzzword in boardrooms en op beleidstafels.

Die omslag is geen gril. Het is een fundamentele heroriëntatie die gedreven wordt door politieke risico’s, technologische rivaliteit en een groeiend besef dat economische afhankelijkheid een strategische kwetsbaarheid kan zijn. Maar wat betekent decoupling concreet voor jouw bedrijf? En is het überhaupt mogelijk om twee zo diep verweven economische blokken te scheiden?

Van globalisering naar fragmentatie

De Chinese en westerse economieën raakten de afgelopen decennia zo verweven dat bijna elk product – van smartphones tot medische apparatuur – componenten uit beide regio’s bevat. Volgens McKinsey omvat de onderlinge handel meer dan $600 miljard per jaar, met biljoenen aan kruislingse investeringen.

Deze enorme verstrengeling maakt dat volledig ontkoppelen vrijwel onmogelijk is. Decoupling is dan ook geen absolute breuk, maar een geleidelijke herschikking van cruciale ketens. Het is geen binair proces, en verloopt in verschillende sectoren met verschillende snelheden.

In hightech, defensie en kritieke infrastructuur is de ontkoppeling al in volle gang, terwijl consumentenproducten voorlopig nog door hybride ketens blijven stromen. De grote vraag is niet meer óf deze ontkoppeling doorzet, maar hoe snel en in welke sectoren.

Wat drijft de economische scheiding?

De economische scheiding tussen Oost en West wordt voortgedreven door een combinatie van veiligheidszorgen en technologische autonomie. Zowel China als westerse landen zien economische afhankelijkheid steeds meer als veiligheidsrisico. Van technologie tot medicijnen: de coronacrisis toonde het risico van te grote aanvoerketensafhankelijkheid.

Tegelijkertijd streeft China met ‘Made in China 2025’ naar technologische zelfvoorzienendheid, terwijl het Amerikaanse CHIPS and Science Act een spiegelbeeld is van dezelfde ambitie: dominantie in cruciale technologieën. Deze strategieën botsen waar ze elkaar overlappen – met name in halfgeleiders, AI en kwantumcomputing.

Hieraan ten grondslag liggen fundamenteel verschillende opvattingen over data-eigendom, privacy en de rol van de staat in de economie. Deze ideologische verschillen maken samenwerking steeds lastiger, vooral in digitale sectoren. Ook groeit de regelgeving in beide regio’s steeds verder uit elkaar, wat interoperabiliteit bemoeilijkt.

Deze krachten manifesteren zich in concrete maatregelen. Zo verbood de VS de export van geavanceerde AI-chips naar China, terwijl China buitenlandse clouddiensten aan steeds strengere eisen onderwerpt. De EU ontwikkelt ondertussen het European Chips Act om haar eigen halfgeleiderindustrie op te bouwen.

De economische prijs van decoupling

Deze strategische ontkoppeling komt met een prijskaartje. Volgens het IMF kan economische fragmentatie de wereldeconomie tot 7% van het mondiale BBP kosten – een groter verlies dan de financiële crisis van 2008. Deze kosten zijn ongelijk verdeeld.

“Het is een ironische wending,” zegt econoom Joseph Huang van het Peterson Institute. “We hebben decennia besteed aan het optimaliseren van mondiale toeleveringsketens voor efficiëntie. Nu optimaliseren we ze voor veiligheid, zelfs als dat betekent dat we efficiëntie opgeven.”

Voor bedrijven betekent dit hogere productiekosten door dubbele toeleveringsketens en verlies van schaalvoordelen. De innovatie vertraagt door beperkte kennisuitwisseling en gesplitste onderzoeksecosystemen. En voor consumenten stijgen uiteindelijk de prijzen door inefficiëntere productie en handelsbarrières.

Multinationals ontwikkelen als reactie ‘China+1’- of ‘West+1’-strategieën, waarbij ze productiefaciliteiten in beide blokken opzetten om toegang tot markten te behouden. Ze navigeren in een steeds complexer geopolitiek landschap, waar economische beslissingen niet meer alleen op kosten en efficiëntie gebaseerd kunnen zijn.

Waar decoupling het snelst gaat

De ontkoppeling verloopt niet in alle sectoren even snel. De hoogste prioriteit ligt bij wat in beleidstaal ‘kritieke en opkomende technologieën’ heet. Halfgeleiders vormen de meest zichtbare frontlinie, waar exportcontroles en investeringsbeperkingen al leiden tot parallelle ecosystemen.

In cloud en datacenters dwingt data-soevereiniteit techbedrijven tot regiospecifieke infrastructuur. Microsoft exploiteert bijvoorbeeld een ‘Chinese versie’ van Azure, beheerd door een lokale partner om aan Chinese regelgeving te voldoen.

Na Huawei’s uitsluiting in westerse 5G-netwerken ontwikkelt China versneld eigen alternatieven voor telecomapparatuur. En in betalingssystemen bouwt het land aan alternatieven voor SWIFT, terwijl digitale valuta nieuwe parallelle financiële infrastructuren creëren.

De farmaceutische sector en biotech zijn na de pandemie ook in beweging gekomen, met heroverweging van medische toeleveringsketens en reshoring van cruciale productiefaciliteiten.

Voor elk van deze sectoren geldt echter: volledige scheiding is onrealistisch. Zelfs met strenge exportcontroles blijven indirecte verbindingen bestaan via derde landen of complexe bedrijfsstructuren.

Decoupling? Het hangt ervan af wie je vraagt

Interessant genoeg wordt de term ‘decoupling’ verschillend geïnterpreteerd afhankelijk van wie je spreekt. Westerse beleidsmakers spreken liever over ‘de-risking’ of ‘strategische autonomie’, benadrukkend dat ze geen volledige economische breuk nastreven.

Chinese beleidsmakers zien het als een westerse poging om China’s technologische vooruitgang te belemmeren, en versnellen juist hun zelfvoorzienendheid. “Voor elke handelsbarrière die Amerika opwerpt, versterken wij onze interne innovatiecapaciteit,” verklaarde een Chinese overheidsfunctionaris vorig jaar op een economisch forum in Shanghai.

Bedrijven worstelen ondertussen met de realiteit van toenemende handelsbarrières, exportcontroles en compliance-eisen, ongeacht hoe het politiek wordt verpakt. De waarheid ligt genuanceerder: we bewegen naar een wereldeconomie met sterkere regionale blokken, maar met voortdurende onderlinge handel waar dat niet botst met veiligheidsbelangen.

Strategieën voor het navigeren van gefragmenteerde markten

Voor bedrijven die in beide markten willen blijven opereren, ontstaan nieuwe bedrijfsmodellen. Tesla hanteert bijvoorbeeld een ‘In China for China’-strategie, met volledige lokalisering van Chinese activiteiten, inclusief R&D, productie en dataopslag.

Apple bouwt aan dubbele toeleveringsketens – gescheiden maar parallelle productieketens voor verschillende markten. Andere bedrijven kiezen voor juridische ontkoppeling door aparte entiteiten per regio te creëren met beperkte onderlinge afhankelijkheid.

Ook technologische differentiatie wint terrein: verschillende productversies ontwikkelen die voldoen aan lokale regelgeving en markteisen. En steeds meer westerse bedrijven gaan strategische allianties aan met lokale spelers om markttoegang te behouden terwijl risico’s worden gespreid.

Deze aanpassingen zijn kostbaar maar noodzakelijk in een wereld waarin geopolitieke spanningen de economische logica steeds vaker overstijgen.

Kansen in een gefragmenteerde wereld

Hoewel decoupling in eerste instantie als bedreiging wordt gezien, creëert het ook kansen. Nieuwe opkomende markten profiteren als alternatieve productielocaties, met landen als Vietnam, Mexico en India als grote winnaars.

Reshoring en nearshoring stimuleren industriële vernieuwing in westerse economieën, met nieuwe investeringen in automatisering en geavanceerde productie. En doordat parallelle ecosystemen verschillende oplossingen ontwikkelen voor vergelijkbare problemen, ontstaat een diversificatie in innovatie.

Ook supply chain-technologie floreert nu bedrijven investeren in betere zichtbaarheid en veerkracht van toeleveringsketens. Nederlandse bedrijven met hun sterke positie in hightech, halfgeleiders en logistiek kunnen hierin een sleutelrol spelen als schakel tussen gefragmenteerde markten.

Wat betekent dit voor jouw organisatie?

De impact van decoupling verschilt sterk per sector en bedrijf. Als eerste stap is het cruciaal om verborgen afhankelijkheden in kaart te brengen tot diep in je toeleveringsketen. Veel bedrijven ontdekken pas tijdens een crisis hoe verweven ze zijn met partners aan de andere kant van de geopolitieke scheidslijn.

Ook de strategische gevoeligheid van je producten of diensten bepaalt de urgentie. Sectoren die raken aan nationale veiligheid of kritieke technologie worden het eerst getroffen door handelsbeperkingen en regelgevingsbarrières.

Bedrijven die sterk leunen op mondiale schaalvoordelen zullen harder worden geraakt door fragmentatie. En voor kennisintensieve sectoren wordt intellectuele eigendomsbescherming een steeds groter vraagstuk in gefragmenteerde markten.

De komende jaren zal strategische flexibiliteit uitgroeien tot een concurrentievoordeel. Bedrijven die snel kunnen schakelen tussen verschillende marktbenaderingen en toeleveringsketens zullen beter gedijen in een geopolitiek complexe wereld.

De toekomst: selectieve decoupling

De wereld beweegt niet naar een nieuw IJzeren Gordijn-scenario met volledig gescheiden economische blokken. Waarschijnlijker is een model van selectieve decoupling: strategische ontkoppeling in kritieke sectoren, met voortdurende verwevenheden in niet-gevoelige gebieden.

Deze nieuwe realiteit vereist een fundamenteel andere mindset dan de afgelopen dertig jaar van ongebreidelde globalisering. Bedrijven zullen meer rekening moeten houden met geopolitieke risico’s, regelgevingsdivergentie en veiligheidoverwegingen.

Tegelijkertijd blijft China een cruciale markt en productielocatie. Volledige terugtrekking is voor de meeste westerse bedrijven geen optie, net zoals Chinese bedrijven de westerse markten niet kunnen negeren. De winnende strategie ligt in het slim navigeren van deze nieuwe complexiteit, met flexibele bedrijfsmodellen die kunnen gedijen in een gefragmenteerde wereldeconomie.

De decoupling tussen China en het Westen is geen eindbestemming maar een proces – een geleidelijke herschikking van economische relaties in een wereld waar geopolitiek en economie steeds meer verweven raken. Voor bedrijven die deze trend vroeg herkennen en erop inspelen, ontstaan niet alleen risico’s maar ook nieuwe strategische kansen.

Thomas Lapperre

Eigenaar Bloeise. Neemt altijd de zakelijke insteek. Schrijft over organisatie, IT infrastructuur en innovatie. Voor digitale bureaus, IT-bedrijven en mkb-bedrijven. Link met mij op LinkedIn.
Alle artikelen van Thomas Lapperre

Reacties

0 Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *