Een broodfonds: goed alternatief voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering?

Een broodfonds is een term waar je als zzp’er vast wel al eens over gehoord hebt: een vorm van verzekering die de laatste jaren sterk in de lift zit. Ooit bedacht door een stel pragmatische ondernemers en vandaag de dag zijn er verschillende honderden broodfondsen terug te vinden doorheen Nederland. Maar wat is een broodfonds nu eigenlijk exact? Wat kan het voor jou als zzp’er betekenen? Wat zijn de verschillen met een arbeidsongeschiktheidsverzekering? Is het een goed alternatief voor een AOV?

Het broodfonds: een woordje uitleg

Iedereen die zelfstandig werkt die beseft natuurlijk dat er heel wat zaken zijn die je zelf moet regelen. Zo heb je geen verzekering voor arbeidsongeschiktheid en kan je voor je pensioen zelf opdraaien. Ook qua aansprakelijkheid zijn er vaak vragen. Is het bijvoorbeeld slim om een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten? Als je als zzp’er ziek valt is het devies jammer genoeg vaak: pech gehad en daar gaat je inkomen. Om dat op te lossen kan je een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten. Er zijn echter alternatieven op de markt zoals een broodfonds. Graag meer weten over de opties als zzp’er? Dan biedt de Rijksoverheid je hier de nodige uitleg.

Wat is een broodfonds precies?

Een broodfonds is een vorm van verzekering voor zelfstandigen. Een broodfonds is een soort schenkkring die bestaat uit twintig tot maximaal vijftig ondernemers waar een sterke vertrouwensband tussen bestaat. Binnen het broodfonds zetten de deelnemers elke maand een vast bedrag op een aparte rekening. Kan iemand van de ondernemers door ziekte niet meer werken? Dan ontvangt hij/zij van alle andere ondernemers binnen het broodfonds een schenking om zijn/haar inkomen te garanderen. Typisch betaal je 225 euro aan opstartkosten en zet je elke maand een vast bedrag opzij op een eigen broodfondsrekening. Dat bedrag ligt tussen de 33,75 euro en de 112,50 euro per maand. Valt er iemand binnen het broodfonds ziek? Dan schenk je een deel van jouw inleg weg aan de ongelukkige in kwestie. Dat kan al vanaf een maand na het begin van de ziekte of de arbeidsongeschiktheid.

De voorwaarden tot deelname

De hoogte van de uitkering die je ontvang bij ziekte of arbeidsongeschiktheid hangt af van jouw eigen maandelijkse bijdrage en schenkingen aan zieken/arbeidsongeschikten binnen het broodfonds. Meedoen aan een broodfonds kan als je minstens één jaar een zelfstandig ondernemer bent en ten minste 750 tot 1000 euro winst per maand maakt. Deelnemen aan een bestaand broodfonds kan als je door een broodfondslid wordt geïntroduceerd. Goed om te weten is dat een broodfonds eigenlijk op juridisch vlak geen verzekering is. Het is een vereniging van ondernemers die onderlinge afspraken hebben gemaakt. Dat betekent ook dat er een bestuur is binnen het broodfonds en er een ledenvergadering is met bijeenkomsten op gezette tijdstippen.

De voor- en nadelen van een broodfonds

Net zoals alles in het leven heeft een broodfonds ook zo zijn eigen typische voor- en nadelen. We zetten de belangrijkste even op een rij.

De voordelen

Een broodfonds heeft een paar duidelijke voordelen voor wie er mee instapt. Zo is het eerst en vooral een zeer betaalbare verzekering. Met een maximale inleg van 112,50 euro per maand is een broodfonds absoluut niet duur, vergeleken met een arbeidsongeschiktheidverzekering. Bovendien is het zo dat het geld teruggestort wordt vanaf je een bepaald bufferbedrag hebt weten op te bouwen. Daar komt nog eens bij dat de inleg die je elke maand stort ook van jou blijft. Stap je op een bepaald moment uit het fonds? Dan ontvang je jouw inleg terug minus het bedrag dat aan zieke fondsgenoten werd geschonken.

Daarnaast is het zo dat je binnen een broodfonds in principe alle andere ondernemers goed kent. Dat betekent dat alles draait rond onderling vertrouwen en dat brengt enkele voordelen met zich mee. Zo is het als zieke niet nodig om een doktersverklaring te produceren om een schenking van het broodfonds te verkrijgen. Bovendien is een broodfonds ontzettend transparant. De afspraken worden gemaakt tussen gelijkwaardige partners en zijn vanaf het begin voor iedereen duidelijk. Je hebt dus ten allen tijde een goed inzicht in waar je aan toe bent. Ten slotte geldt bij een broodfonds ook het schenkrecht. Het geschonken bedrag aan een zieke deelnemer is belastingvrij.

De nadelen

Een mogelijk nadeel van een broodfonds is natuurlijk ook het spanningsveld tussen vertrouwen en wantrouwen. De zieke beslist immers zelf wat hij/zij doorgeeft aan de andere leden betreffende de ziekte. Daarnaast is de uitkering beperkt tussen de 750 en de 2500 euro netto per maand. Voor sommige zzp’ers is dat een stuk minder dan ze anders verdienen. Daarenboven geniet je bij een broodfonds maximaal twee jaar lang van een uitkering. Als je dus langer dan twee jaar buiten strijd bent dan kan je niet langer een beroep doen op het broodfonds. Ten slotte is het wel zo dat een schenking aan een zieke belastingvrij is maar dat de inleg is dat niet.

Een broodfonds of een arbeidsongeschiktheidsverzekering?

Er zijn heel wat ondernemers die zowel een broodfonds als een arbeidsongeschiktheidsverzekering combineren. Maar hoe vergelijken ze zich nu met elkaar? Wanneer steun je best op een broodfonds en wanneer op een arbeidsongeschiktheidsverzekering?

Met een AOV geniet je van een uitkering zo lang je er recht op hebt. Dat kan dus ook een stuk langer dan twee jaar zijn, wat bij sommige ernstige ziektebeelden het geval kan zijn. Bij een broodfonds is er een beperking van twee jaar in de tijd en bovendien stopt de uitkering ook als het geld op is. Het nadeel is dan weer dat je bij een AOV pas geld uitgekeerd krijgt wanneer de eigen-risicoperiode verstreken is. Bij een broodfonds krijg je na een maand al geld uitgekeerd.

Ook qua fiscaliteit zijn er verschillen. De inleg bij een broodfonds wordt gezien als privévermogen en is fiscaal niet aftrekbaar. De schenking bij ziekte is dan weer wel onbelast. Bij een AOV is de premie fiscaal aftrekbaar en is de uitkering belast. Ten slotte is nog een groot verschil dat je bij een AOV vaak hulp krijg bij re-integratie als je er een tijdje uit hebt gelegen. Bij een broodfonds is dat er in principe niet.