Covid en de wagen: een korte analyse

Sinds begin 2020 is er eigenlijk slechts één nieuwsfeit dat de wereld gedomineerd heeft: Covid-19. Dit virus heeft niet alleen onze manier van leven op persoonlijk vlak enorm aangetast, het heeft ook een waanzinnige invloed gehad op de professionele wereld. Leveringsproblemen, een gebrek aan werknemers, grondstoffen die plots niet beschikbaar zijn tot zakelijke contacten die uitsluitend digitaal kunnen verlopen. Een markt die absoluut fundamenteel aangepast is de laatste jaren door corona is de tweedehandsmarkt voor motorische voertuigen. Hoe komt dit? Wat betekent dit? Wat zegt de toekomst?

Een enorme boom

Waar de meeste markten de afgelopen jaren zware klappen kregen te verwerken is dat bij de tweedehandsmarkt voor alles wat met motorisch vervoer te maken heeft compleet anders. Zowel bij auto’s, trucks, trailers, busjes, tractoren en meer is er een enorme explosie in de vraag naar tweedehandsartikelen gekomen. Die explosieve toename van de vraag heeft er ook voor gezorgd dat de prijs enorm is gestegen. Een bizar effect van dat gegeven is dat sommige tweedehandsmodellen vandaag de dag verkopen voor een waarde groter dan de nieuwprijs. De occasionmarkt heeft in 2021 dan ook alle records gebroken. Nooit eerder werden er in ons land tijdens de eerste negen maanden van een jaar meer tweedehands auto’s verkocht. Nooit eerder was het verschil tussen nieuwkoop en tweedehands zo groot. Een deel van de verklaring voor deze boom is natuurlijk de toegenomen nood aan eigen vervoer te midden van de coronacrisis. Niemand is immers fan van openbaar vervoer in deze tijden. Er zijn echter nog heel wat andere redenen voor deze evolutie.

Hoe komt het?

Covid-19 heeft niet enkel een impact gehad op de preferenties van de consument (eigen wagen versus openbaar vervoer) maar heeft ook voor heel wat leveringsproblemen gezorgd. Een belangrijke reden voor het compleet stagneren van de markt van de nieuwe auto’s is het wereldwijde chiptekort. Een moderne auto heeft vlotjes meer dan 1000 chips of halfgeleiders in zich zitten. En het is net hier waar er een enorm tekort van is. Dat komt omdat de productie voornamelijk geconcentreerd is in China, Taiwan, Japan en de Verenigde Staten. Stuk voor stuk landen die niet alleen zwaar getroffen zijn door de pandemie maar ook strenge lockdowns en maatregelen genomen hebben. Het resultaat? Ellenlange wachttijden voor nieuwe wagens. Geconfronteerd met een half jaar of langer wachten op een nieuwe wagen of meteen een tweedehands is de keuze voor veel consumenten snel gemaakt.

Bovendien is er niet meteen beterschap op komst. De autosector gebruikt een type chip waar de producenten nauwelijks geld op verdienen. De winstmarges liggen laag en dat betekent ook dat ze niet per heel gemotiveerd zijn om het tekort snel op te lossen. Daarnaast is het ook zo dat heel wat fabrikanten al twee jaar niet op volle productiesnelheid kunnen draaien. Er is personeelsuitval door besmettingen, er zijn maatregelen die de opties om open te blijven beperken en ook de leveringen van de ruwe grondstoffen lopen vertragingen op. Het lijkt er dan ook sterk op dat we nog niet meteen van de problematiek rond vertragingen bij nieuwe wagens af zijn.

Nog enkele opvallende vaststellingen

Een paar opvallende vaststellingen in markt: de tweedehandsmarkt explodeert maar het zijn vooral de officiële dealers die ervan profiteren. De particuliere verkopers maken immers gewag van een omzetdaling het voorbije jaar. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de klant vooral op zoek is naar zekerheid en zich veiliger voelt bij een erkend bedrijf dan bij een ongekende particulier.

Daarnaast zien we ook dat de populariteit van diesel elk jaar opnieuw een beetje verder terugvalt. Waar ze al enkele jaren net boven de 10% van het aantal verkochte tweedehands wagens zweven is dat vorig jaar gedaald tot gevoelig onder de 10%. Benzinemotoren blijven de koning te rijk maar we zien voor het eerst ook een echte opkomst van de elektrische wagen. Vorig jaar verdubbelde het aantal tweedehands elektrische auto’s die van eigenaar verwisselden.

Leve de camper!

Ook op de andere markten van motorische voertuigen zijn er verschuivingen gaande. Zo blijft Nederland één van de laatste bastions van de caravan maar toch moet ook hier plaats gemaakt worden voor de camper. Voor het eerst lijkt het erop dat binnen afzienbare tijd meer Nederlanders met een camper rond gaan rijden dan met een caravan. Ook hier valt de invloed van Covid-19 niet te onderkennen. Er gelden allerhande reisbeperkingen op vliegreizen en op bijvoorbeeld treinreizen. De drang naar het gemak van de camper is absoluut de basis van de aantrekkelijkheid ervan. Gewoon even instappen en je bent op weg.

Te weinig trucks

Dezelfde evolutie als bij de personenwagens zie je op de markt van de trucks. Ook hier is immers wereldwijd een enorme onderdelenschaarste. En dat net op een moment dat de orderportefeuille ontzettend sterk gevuld is. Dat heeft dan ook een logische verklaring: als er één sector stand bleef houden doorheen de pandemie was het wel die van de transport. Meer mensen dan ooit zochten immers hun heil in online bestellen om toch te kunnen blijven winkelen. De onderdelenschaarste zorgt er echter voor dat de productie bij bedrijven als DAF en Scania onzeker is. De levertijden zijn lang en de prijzen lopen sterk op. Het is dan ook logisch dat meer en meer transporteurs de tweedehandsmarkt opzoeken voor bijvoorbeeld een gebruikte DAF X. Ook bij de trucks is er dus een explosie aan vraag en prijs in de tweedehandsmarkt.

Wat brengt de toekomst?

De tweedehandsmarkt is populairder en dus ook duurder dan hij ooit geweest is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat heel wat mensen nog snel een graantje mee trachten te pikken of bijvoorbeeld kapotte wagens trachten te herstellen in plaats van een nieuwe te kopen. De wereldwijde bevoorradingsproblemen zijn nog lang niet van de baan dus het valt te verwachten dat de huidige situatie nog wel enige tijd aan zal houden. Op lange termijn echter kan het niet anders dan dat de tweedehandsmarkt tot bedaren komt. De enige vraag is: hoe lang duurt het sprookje?